|
||||||||
|
Ik hoef wellicht niet nog eens even uitgebreid de lof te zingen van het Russische gezelschap van het koppel Tatiana & Valerii Naryshkin en Dariana Antipova. Dat deed ik namelijk al meermaals en ik blijf bij alles wat ik al over hen geschreven heb? Sinds enige tijd is het Duitse CPL Music-label bezig met het heruitbrengen van de back-catalogus van het gezelschap en deze plaat is in die reeks de jongste loot aan de boom. De oorspronkelijke, in eerder saai zwart en wit uitgegeven versie is alweer tien jaar oud en, nu de drie stilaan wat meer Europese bekendheid beginnen te genieten, leek de tijd inderdaad rijp om ook deze plaat een opfrissingsbeurt te gunnen: de klank werd naar 2021 getransfereerd en er werd een leuke kleurenkaft gemaakt, zodat Vedan Kolod ook met deze schijf helemaal naar het Westen gericht is. Wat je kunt horen, is een op muziek gezette versie van een Middeleeuws Oost-Slavisch episch gedicht, waarin de mislukte rooftocht van Kniaz Igor Svyatoslach, alias de Prins van Novgorod-Seversk tegen de bevolking van de Polovtsen of Koemanen, een Turks-nomadisch volk dat in de regio leefde, die vandaag ongeveer met Oekraïne samenvalt. Die nogal blank Koemanen waren, met hun blauwe ogen niet meteen graag gezien door de andere van oorsprong Russische bevolkingsgroepen en het verhaal handelt grotendeels over de vermeende dreiging die van de Koemanen uitging. Onderweg kom je meerdere historische figuren tegen, zoals de bard Boyan, en Yaroslav Osmomysi en merk je dat de auteur -wie hij precies was, is nog altijd niet helemaal uitgeklaard- de verschillende vechtende partijen oproept om hun energie in meer vredevolle activiteiten te investeren. Daar doorheen loopt ook een verhaallijn, waarin elementen uit het Christendom afgezet worden tegen de oude Slavische godsdiensten die van oudsher heel erg met de natuur verbonden waren. Ik zou dat allemaal niet weten, als de liederen van de plaat niet afgewisseld werden met gesproken bijdragen van professor Lav Ivanovich Skvortsov, een in 2014 overleden literatuurkenner, die de dingen op gezette tijdstippen komt duiden. Bij hem volgde Daryana Antipova haar opleiding in de Russische literatuur, wat overigens ten dele verklaart waar de onderwerpen van andere Vedan Kolod-platen als “Tribes” en “Gorodische” gehaald werden. Nu is het volledige drieluik dus gemoderniseerd en je hoeft absoluut geen Ruslandkenner te zijn om te kunnen genieten van de muziek: de drie leden van de band zingen fraai samen en ze bespelen een heleboel instrumenten, die een plaat als deze bijzonder beluisterbaar maken voor onze Westerse oren, al blijf ik toch een voorkeur hebben voor het meer experimentele folkwerk dat Vedan Kolod de jongste jaren brengt. Laten we zeggen dat deze heruitgave voer is voor de completisten onder ons, die zich helemaal in het oeuvre van dit trio wil verdiepen. (Dani Heyvaert)
|